Een echte bus

Koper is het belangrijkste exportproduct van Zambia en erg belangrijk voor de economie. Toen de koperprijs in de jaren 70 van de vorige eeuw instorte storte dan ook de economie van Zambia in. Zambia was een van de armste landen van de wereld. Het kwijtschelden van de internationale schulden in 2005 en het de fors hogere koperprijs sinds 2006 hebben de economie echter goed gedaan. Zambia is tegenwoordig dan ook een stuk duurder dan Malawi. Een biertje is hier bijvoorbeeld twee maal zo duur als in Malawi, je betaald hier een hele Euro. Ook aan de bankbiljetten kan je merken dat Zambia rijker is. In Malawi was het grootste biljet 2 Euro waard, in Zambia hebben ze biljetten van omgerekend 10 Euro.
Van Lilongwe, Malawi, heb ik een minibusje naar Mchinji genomen waar ik een shared taxi naar de grens kon nemen. Voor Zambia moet je een visum, voor 50 US dollar, aanschaffen, maar dat is redelijk snel bij de grens te regelen. Aan de Zambiase kant van de grens het ik wederom een shared taxi naar Chipata genomen, waar ik de middag kennis heb gemaakt met Zambia.
Gisterochtend vroeg heb ik een echte bus genomen naar Lusaka, de hoofdstad van Zambia. Ondanks dat de bus redelijk doorreed kostte het toch 10 uur om de ruim 600 kilometer te overbruggen. Na alle minibusjes, kleine bussen en shared taxi's was dit de eerste echte touringcarbus voor mij in Afrika. Er was wat achterstallig onderhoud en er waren 5 in plaats van 4 stoelen naast elkaar, maar verder leek het wel een Europese bus. Ik zat dan ook niet echt klem deze keer en de 10 uur gingen redelijk snel voorbij.